
Terwijl de meeste stenen figuren van Cerneüs volumineus zijn en sterk geabstraheerd, zijn de bronzen figuren die hij maakt vaak slank en gedetailleerd. Deze uitersten tonen in de eerste plaats de veelzijdigheid van de kunstenaar. Maar ook het verschil in techniek speelt een belangrijke rol.
Zelf zegt Cerneüs daarover:
“Het boetseren in was dwingt mij de figuren vrij te laten bewegen. Deze vrije modelleertrant is een nodige afwisseling met de spanning van eraf is eraf bij het hakken in steen.”
Deze twee dansende figuren zijn slank en langgerekt. Daardoor hebben ze wel iets weg van de magere bronzen gestalten van de beeldhouwer Giacometti. Maar terwijl diens figuren statisch zijn en lijden uitdrukken, barsten deze twee dansers van energie en levenlust. En van onderling vertrouwen. Hoogst noodzakelijk bij de capriolen die hun lenige lijven uithalen.
Tekst: Drs. Sohpie van Steenderen, Kunsthistorica en docent kunstgeschiedenis