
Sonnet voor Rob Cerneüs
Zo werd die afgekeurde pompetang
een vogelbekdier vrij naar de natuur;
en dat verpieterde douchegarnituur
sist in de Hof van Eden als de slang.
Een strijkbout wordt in ’t autogene vuur
tot een ikoon; een zwaar verroeste stang
krijgt elegant een paardebenengang
en zelfs een snaar van prikkeldraad klinkt puur.
Hij smeedt het ijzer graag als het verroest is,
haalt vormen uit wat was gedeformeerd…
en twijfelt steeds: doe ik het niet verkeerd?
Nee Rob, met noest talent tem jij wat woest is.
Daarom tot slot van dit discours de leus:
van ijzer is het werk van Rob Cerneus!
30 oktober 1883: Gedicht van Ernst van Altena