
Ze zit met opgetrokken knieën en met de armen om haar lichaam geslagen. Haar weelderige lichaam is door de kunstenaar gereduceerd tot een compact beeld met volle rondingen.
Blote vrouwen zijn er legio in de kunst. Maar dit is niet zomaar een blote vrouw. Dit is een dáme. Dankzij de hoed. Een klein maar veelzeggend detail, kenmerkend voor de humor die we vaker tegenkomen in het oeuvre van Cerneüs.
Hoewel de vorm van het beeldje solide is, zorgt het gebruikte materiaal voor een zekere luchtigheid. De dikke dame is gehakt uit albast, een doorschijnende steensoort, die ervoor zorgt dat het licht in haar lichaam kan kruipen.
Tekst: Drs. Sohpie van Steenderen, Kunsthistorica en docent kunstgeschiedenis